Zendamateurisme
een hobby zonder grenzen !

Inhoudsopgave

Inleiding
De zendamateur
De luisteramateur
De roepnamen van zendamateurs
Identifikatie van luisteramateurs
De technieken
De verenigingen
De toekomst

Kijk voor (nog) volledigere info ook eens op de VERON pagina !


Inleiding

Het radioamateurisme is een veelzijdige hobby.

Radiotechniek is meer dan 100 jaar oud en oefende vanaf de begin jaren reeds een grote aantrekkingskracht uit op wetenschappers en leken.
Met name de niet professionele beoefenaar heeft in de begin jaren van de radio een grote bijdrage geleverd aan de huidige kennis van de voortplanting van radiogolven.
Ook de ontwikkeling van technieken nodig voor het gebruik van steeds hogere frequenties waren het domein van de radioamateur.

Door de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van computers, microcircuits en materialen, gaat het radioamateurisme een veelbelovende toekomst tegemoet.

Een van de meest boeiende facetten van het radiozendamateurisme is dat er verbindingen gemaakt worden met andere radiozendamateurs die zich overal ter wereld kunnen bevinden.
Radioamateurs maken zich in de wereld van het radoamateurisme kenbaar door het gebruik van hun roepnamen.

Tijdens het experimenteren met verschillende en vaak ook geavanceerde communicatietechnieken worden er soms wereldwijd vriendschappen gesloten.

Ook de luisteramateur, die op de amateur-banden naar de verbindingen van zendamateurs luistert, kan met deze amateurs in contact komen door hen ontvangstrapporten toe te sturen.

Er wordt gebruik gemaakt van een grote verscheidenheid aan technieken.
Door de ontwikkelingen in de electronica en computer techniek zijn de technische mogelijkheden enorm toegenomen.

In Nederland zijn er een aantal verenigingen, waarbinnen men zich zowel beroepsmatig als in de hobby sfeer bezig houdt met het radioamateurisme.


terug naar de inhoudsopgave

De radiozendamateur

Een radiozendamateur beschikt over een registratie met roepletters, verstrekt door de overheid.
In Nederland is dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Deze machtiging verkrijgt men na het met goed gevolg afleggen van een zendexamen, dat wordt afgenomen door een officiele instantie.

De machtiging stelt de radiozendamateur in staat om met behulp van zendapparatuur experimenten op radiogebied te doen binnen de daarvoor toegewezen frequentie banden.
Bij het verkrijgen van een machting wordt aan een amateur een groep letters toegewezen, waaraan hij internationaal herkenbaar is.
Zo'n combinatie van letters wordt roepletters, identificatie of call genoemd.

De call bestaat uit een prefix, welke het land aangeeft waarin de amateur woont en een aantal letters welke uniek zijn voor de amateur of radiostation.


terug naar de inhoudsopgave

De luisteramateur

De luisteramateur beluistert (amateur) uitzendingen op de meest uiteenlopende golflengten.
Het is voor velen de aanloop naar het zendamateurisme.

Ook het luisteren naar andere soorten radiouitzendingen kan soms zeer interessant zijn.
Het gebruik van zogenaamde radiobakens en tijdseinzenders maakt het mogelijk propagatie (= het gedrag en de voortplanting) van radiogolven te bestuderen onder wisselende weersomstandigheden.


terug naar de inhoudsopgave

Roepnamen

Internationaal heeft de ITU (International Telecommunication Union) aan ieder land een groep van letters toegewezen waaraan het land waar het zendende station zich bevindt te herkennen is in het radioverkeer.
Ieder amateurzendstation krijgt een stations identificatie toegewezen. Veelal wordt hiervoor het Engelse woord call gebruikt.
De roepnaam bestaat uit twee delen: een prefix, die het land aangeeft waar de amateur woont en een suffix, die het betreffende amateurstation identificeert.
De prefix is meestal een combinatie van letters en cijfers.
De prefix van Nederland is te herkennen aan de letter P gevolgd door een A, B, D, E of I en een cijfer.
Bijvoorbeeld PA0, PA2, PA3, PB0, PE0, PE1, PD0, PD1, PI1, PI4 of Pl8.

Er bestaat dus een grote lijst van landen met hun prefix codes, die ten gevolge van de politieke situatie regelmatig wordt gewijzigd.


terug naar de inhoudsopgave

Luisternummers

Ook luisteramateurs - short wave listeners, SWL genaamd - hebben een herkenningsteken.
Dit wordt toegekend door de vereniging waarbij ze zijn aangesloten.
In Nederland geeft de VERON NL-nummers uit en de VRZA PA-nummers.

In Belgie geeft de UBA ONL-nummers uit, terwijl GOS-luisteraars (GOS = de voormalige Sovjet-Unie) te herkennen zijn aan de U-nummers.

We kunnen dus bijvoorbeeld NL-8800, ONL-2820, PA-888 of UA3-170-112 tegenkomen.


terug naar de inhoudsopgave

De technieken

Op de daarvoor beschikbaar gestelde frequentie banden kan de radio amateur experimenteren met een grote verscheidenheid aan technieken, zoals:

Telegrafie
Het met een bepaalde tijdsduurcodering aan en uit zetten van de zender.
Deze wijze van uitzenden staat ook bekend als Morse-telegrafie (de bekende punten en strepen).
Dit is de oudste techniek om signalen via de radio over te brengen en nog steeds de favoriete mode bij moeilijke verbindingen.

Telefonie
De zender wordt rechtstreeks met het spraaksignaal gemoduleerd.
De meest gebruikte modes zijn:

Amateur televisie
In tegenstelling tot wat meestal automatisch met TV wordt geassocieerd, namelijk het kijken naar programma's, is ATV een puur technische bezigheid.
ATV is een van de meest veelzijdige en moeilijke modes die door radioamateurs mogen gebruikt worden.
ATV-zenders van goede kwaliteit zijn niet te koop. Daarom zijn ATV'ers meestal zelfbouwers.

Basis - Mobiel - Portabel
Radioamateurs zenden niet alleen uit vanaf hun vaste opstelplaats, meestal thuis, maar onderhouden ook contacten vanuit de wagen.
Om de reikwijdte van hun lokale uitzendingen te vergroten gebruikt men relaisstations die de signalen opvangen en versterkt weer uitzenden.
Het bereik van mobiele en/of portabele stations is over de provinciegrenzen.
Op sommige frequenties kunnen mobiele stations evengoed wereldwijde contacten tot stand brengen.
Hier zijn de belangrijke aandachtspunten o.a.: gewicht en omvang van de apparatuur, energie verbruik, verplaatsbare antennes.

DX - grote afstandsverbindingen
DX is zonder twijfel de grootste aantrekkingspool tot velen.
Bij DX komt het wezen van de telecommunicatie sterk op de voorgrond; het maken van verbindingen over zeer grote afstanden met stations in dikwijls zeer exotische plaatsen overal ter wereld.
Voor veel radioamateurs is het jagen op zeldzame stations soms de essentie van hun bedrijvigheid die zij met erg veel overtuigende ijver beoefenen.

Bij lange afstand verbindingen (DX) zijn een goede kennis van propagatie verwachtingen en procedures bij het maken van verbindingen zeer belangrijk.

Expedities
Een bijzondere aantrekkingskracht oefent deelname aan expedities uit naar onbekende en afgelegen plaatsen op de aardbol (DX-peditions).
Hierbij spelen betrouwbaarheid van de apparatuur, inventiviteit en organisatietalent een grote rol.

EME Maan reflectie
Een interessante, maar ook verreweg de moeilijkste manier om verbindingen te maken is met behulp van reflectie van een radiosignaal tegen het maanoppervlak.
Omdat op VHF en UHF (zeer korte golflengten) de reikwijdte over het algemeen beperkt is, is dit een methode om desnoods de oceaan te overbruggen.
Om dit echter te kunnen doen dient men de beschikking te hebben over zeer grote antennes, het liefst paraboolantennes.
De gebruikte zendvermogens zijn meestal zeer hoog, in de orde van 1000 Watt.
Om dit vermogen te kunnen gebruiken moet echter wel speciale toestemming verleend worden door de HDTP.
Dergelijke experimenten zijn meestal voorbehouden aan groepen van radiozendamateurs.

Amateur satellieten
Er zijn verenigingen van amateurs (onder andere AMSAT) die hun eigen satellieten bouwen met betrekkelijk geringe kosten.
Deze satellieten worden, met behulp van raketten waarin nog ruimte over is, door NASA of ESA gelanceerd.
Het gaat hier om zogenaamde OSCAR's (Orbiting Satellite Carrying Amateur Radio).

Met deze satellieten worden geen metingen verricht.
Aan boord van de satelliet bevindt zich een kleine zender en ontvanger.
Deze zijn zo geschakeld dat de zender datgene uitzendt wat door de ontvanger wordt ontvangen.
De golflengten van de zender en ontvanger zijn hierbij verschillend, bijvoorbeeld er wordt ontvangen in de 2-meterband en uitgezonden in de 70-centimeterband.

Als nu een radiozendamateur zijn antenne naar de satelliet richt en uitzendt in de zeventig centimeterband, dan zal hij zichzelf kunnen beluisteren in de 2-meterband, uitgezonden door de satelliet.
Op deze wijze is het mogelijk om zeer grote afstanden te overbruggen, bijvoorbeeld tussen Japan en Europa.

Een nieuwe dimensie werd in december 1983 toegevoegd aan het werken met satellieten.
NASA heeft toen aan astronaut-zendamateur Owen Garriott toestemming gegeven om vanuit de Space Shuttle 'Colombia' verbindingen te maken met radiozendamateurs op aarde.
Deze verbindingen werden gemaakt in de 2-meterband.
Velen hebben toen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Nu nog steeds kunnen er tijdens ruimtevluchten verbindingen gemaakt worden met astronaut-zendamateurs van diverse nationaliteiten.
Hiertoe behoort ook Dr Wubbo Ockels, (PE1LFO).

Meteoor scattering
Hierbij maakt men verbindingen met behulp van weerkaatsing van radio energie die optreedt als meteoren (vallende sterren) in de dampkring terecht komen en daar verbranden.

Om meteorscatter goed te kunnen beoefenen moet men zich houden aan een aantal afspraken; zo zenden de in een bepaald gebied wonende amateurs alle tegelijk gedurende een bepaalde periode en luisteren daarna.
Op deze manier storen ze elkaar het minst.

Radio Telex (RTTY)
RTTY Telex of Radio Teletype is een zeer veel beoefende manier van schriftelijke informatieoverdracht tussen radiozendamateurs.
Vroeger werden hiervoor telexmachines gebruikt maar tegenwoordig worden deze steeds meer vervangen door computers.

AMTOR
Is een afkorting van Amateur Telex Over Radio en is een foutcorrigerende vorm van RTTY voor informatie overdracht via de ether.
Telex Over Radio (TOR) wordt ook toegepast in de professionele sfeer bij het berichtenverkeer voor de scheepvaart.

Packet Radio
Packet radio is een van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van het radiozendamateurisme.
Deze vorm van foutloze digitale communicatie is eigenlijk pas goed mogelijk geworden toen de personal computer binnen het bereik van de radiozendamateur kwam.

Een groep amateurs heeft zich verenigd in de PWGN Packet Werk Groep Nederland.
Deze stelt zich ten doel dit packet netwerk zo goed mogelijk te ontwikkelen en te onderhouden.

In Nederland is er een landelijk netwerk van digitale herhaalstations (NODES) waardoor het mogelijk is met een kleine zender over het hele land verbindingen te maken met andere geinteresseerde zendamateurs.

Men kan bijvoorbeeld elkaar via dit netwerk berichten toezenden die tijdelijk in een packetradio mailbox worden opgeslagen en later door de geadresseerde kunnen worden uitgelezen.
Van 144.800 t/m 144.990 MHz is over heel Nederland wel een Packet mailbox te vinden, waarin men berichten kan achterlaten en versturen. De transmissie snelheid is 1200, 4800 of 9600 baud.

Op de 70 cm band zijn er opstap stations (nodes), waarvan de frequenties voor alle delen van Nederland veschillend zijn.
Hier zijn de transmissie snelheden over het algemeen 9600 baud.

Op 23 cm wordt het berichten verkeer doorgestuurd naar andere regio's of landen.
Dit gebeurd met snelheden van 9600 baud en hoger.

De system operator van zo'n mailbox besteed heel veel tijd aan het doorgeven van de zeer vele berichten, die dagelijks via zijn packetradiostation worden afgehandeld.
Hij bezit daartoe een redelijk complexe apparatuur opstelling.
Bekijk als voorbeeld eens de stations beschrijving van je lokale packet BBS.

Digitale technieken
Is uit de radioamateur hobby niet meer weg te denken.
Nieuwe impulsen worden gegeven aan ontwikkelingen op het gebied van storingsonderdrukking, filters, modulatie technieken, frequentie opwekking.
Ook de PC heeft op het werkplekje van de radioamateur een vast plaats verworven.


terug naar de inhoudsopgave

De verenigingen

In vele landen hebben radioamateurs zich verenigd.
Ook van beroepsorganisaties zijn veel radioamateurs lid.
Plaatselijke afdelingen van landelijke verenigingen organiseren interessante aktiviteiten.

Enkele voorbeelden van landelijke verenigingen en plaatselijke/regionale afdelingen:


terug naar de inhoudsopgave

De toekomst

Is er nog wel een toekomst voor het radioamateurisme?

Normaal in de handel verkrijgbare zendontvangers werken veel beter dan de meeste zelfbouw apparatuur en tegen lagere kostprijs.

De sterk toegenomen storingen op de amateur frequenties, niet in het minst door de daar aanwezige illegale commerciele stations, maken het voor een beginned amateur wel zeer moeilijk om zijn of haar eerste kontakt te leggen.

Met de komst van de nieuwe multi-media computers, betaalbare microgolf transisteors, komplexe geintegreerde circuits en nieuwe materialen en komponenten, zijn de mogelijkheden enorm toegenomen.


terug naar de inhoudsopgave

Kijk voor (nog) volledigere info ook eens op de VERON page.